Grotere kans op kankersoort ALCL
Vrouwen met siliconen borstimplantaten hebben een grotere kans op de zeldzame kankersoort ALCL. Dat blijkt uit een Nederlands onderzoek. De laatste jaren is een grote stijging te zien van het aantal gevallen in Nederland.
Nederlandse pathologen en plastisch chirurgen van het UMC Maastricht en VU Medisch Centrum hebben voor het eerst in kaart gebracht hoe vaak ALCL voorkomt bij deze vrouwen. Ook waren er nog niet eerder harde cijfers bekend over het risico op het ontstaan van deze vorm van lymfeklierkanker.
“De belangrijkste stap die we hebben kunnen maken, is dat we van schattingen en relatieve risico’s naar absolute risico’s zijn gegaan. Dat doen we nu als eerste in de wereld”, zegt Daphne de Jong, patholoog aan het VU Medisch Centrum.
Over de risico’s was nog weinig bekend
Nederland kan als enige land ter wereld het risico op deze kankersoort berekenen omdat alleen hier alle pathologieverslagen in een landelijke databank worden opgeslagen. Er zijn hier 200.000 vrouwen met siliconen borstprotheses, blijkt uit het onderzoek. Dat is 3,3 procent van de Nederlandse vrouwen tussen de 20 en 70 jaar.
Alma Klaver is een van die vrouwen. In 2007 werd bij haar borstkanker geconstateerd, waardoor haar borsten verwijderd moesten worden. Een jaar later kreeg ze een borstreconstructie met siliconen borstimplantaten. Over de risico’s was nog weinig bekend.
Ik wilde liever een gezond lijf dan borsten, maar ik wist niet van dit risico.
Alma Klaver, voormalig kankerpatiënt
Maar vorig jaar kreeg ze voor de tweede keer kanker. ALCL werd geconstateerd, gerelateerd aan haar borstprotheses. “Ik was in shock. En ik was heel boos, op alles en iedereen. Ook op mezelf. Ik wilde liever een gezond lijf dan borsten, maar ik wist niet van dit risico.”
Een ophoping van kwaadaardige cellen
De vorm van kanker is een reactie op het vreemde materiaal van de prothese. Een afweerreactie is op zich normaal, zegt René van der Hulst, plastisch chirurg en een van de onderzoekers. “Het wordt een soort litteken. Dat is te vergelijken met het hebben van een splinter in je lichaam.”
Hij vervolgt: “Maar heel soms ontstaat er een abnormale reactie om de prothese heen, en krijg je een ‘lymfoom’: een ophoping van specifieke cellen van je lymfekliersysteem. Die zijn te bestempelen als kwaadaardig.”
De onderzoekers stelden vast dat dit is gebeurd bij 32 patiënten tussen 1990 en 2017, gemiddeld twee gevallen per jaar. Maar bijzonder genoeg stijgt het aantal. “In 2017 hebben we 11 patiënten geïdentificeerd”, zegt patholoog De Jong. “En dat is verontrustend.”
Dankzij de nieuwe cijfers zijn plastisch chirurgen nu beter in staat om de risico’s te bespreken. De risico’s zijn volgens De Jong relatief in vergelijking met bijvoorbeeld borstkanker, dat veel vaker voorkomt.
“Gelukkig gaat het overgrote deel van de patiënten niet dood aan deze vorm van kanker. Je wil geen kanker hebben, absoluut niet, en elke kanker is er een te veel, maar deze vorm van kanker is over het algemeen goed te behandelen.”
De wetenschappers hebben vanaf het begin de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd betrokken bij hun onderzoek. Volgens de inspectie is de kankersoort ALCL te zeldzaam om alle borstimplantaten van de markt te halen. Daarnaast is er nog te weinig bekend om gericht bepaalde implantaten te verbieden. Daarvoor is eerst meer onderzoek nodig.
Alma Klaver is na het verwijderen van de implantaten weer schoon verklaard. Wel heeft het veel impact op haar gehad. Ze heeft een therapeut in de arm genomen. “De kanker is teruggekomen, ik heb het nu twee keer gehad. Dat gaat je niet in de koude kleren zitten.”
Bron: Nieuwsuur